Diagnose en therapie van tarwegevoeligheid

Stand van de kennis: Wat veroorzaakt tarwegevoeligheid?

De aanzienlijke toename van tarwe-intoleranties is onder meer te wijten aan het feit dat de mensen tegenwoordig oplettender zijn: Wie naar zichzelf luistert en vraagt naar zijn toestand, zal ook eerder symptomen opmerken.

Bovendien is er een andere plausibele theorie over de oorzaak van de frequente klachten. Deze theorie zegt dat het menselijk organisme niet opgewassen is tegen het huidige Midden-Europese dieet. In de eerste plaats is de hoeveelheid graanproducten die het tegenwoordig in een normale voeding krijgt toegediend, onduldbaar. Wij consumeren met name grote hoeveelheden tarwe. Granen verschenen pas zo'n 10.000 jaar geleden in het dieet van onze voorouders, dus het is een relatief recent voedingsmiddel. Ten tweede kunnen de huidige granen - die resistent zijn tegen plagen, een zeer hoge opbrengst hebben en rijk zijn aan eiwitten - bij sommige mensen ongemak veroorzaken.

Mogelijk zijn componenten van overgefokte tarwe een probleem

Amylase trypsine remmers (ATI) worden vermoed. Het zijn natuurlijke insectenwerende middelen. Grote hoeveelheden ervan worden aangetroffen in de tarwevariëteiten die vandaag worden geteeld. Zij behoren tot de tweede meest voorkomende klasse van eiwitten in granen.

Wetenschappelijk onderzoek suggereert dat de toenemende hoeveelheid ATI in de voeding een toename van het aantal gevallen van tarwegevoeligheid veroorzaakt. Gastro-enterologen denken dat de ATI's uit tarwe het aangeboren immuunsysteem aanzetten tot een reactie in gevallen van tarwegevoeligheid. De mechanismen van het aangeboren immuunsysteem kunnen leiden tot het bevoordelen van reeds bestaande ontstekingen, die vervolgens symptomen veroorzaken.

FODMAPs kunnen ook verantwoordelijk zijn voor de symptomen van tarwegevoeligheid.

De auteurs van de medische richtlijn achten het echter ook denkbaar dat zogenaamde FODMAP's de symptomen uitlokken. De afkorting FODMAP staat voor koolhydraten die niet door het lichaam kunnen worden opgenomen, namelijk "fermenteerbare oligo-, di- en monosachariden en (en) polyolen". Deze koolhydraten komen van nature voor in voedsel. De suikers fructose en lactose behoren bijvoorbeeld tot deze FODMAP's, maar dat geldt ook voor onverteerbare koolhydraten met langere ketens in bonen of uien. Sommige studies suggereren dat een bepaald percentage van de bevolking op deze specifieke koolhydraten reageert met de hierboven beschreven symptomen. In dit geval zou de term tarwegevoeligheid misleidend zijn, aangezien noch tarwe, noch het vaak gedemoniseerde gluten de problemen veroorzaakt.

Diagnose van tarwegevoeligheid

De diagnose van tarwegevoeligheid is tot nu toe een uitsluitingsdiagnose geweest.
Zeker is dat tarwegevoeligheid noch een allergische reactie is (zoals bij tarwe-allergie), noch een auto-immuunziekte (zoals bij coeliakie).

Zo wordt de diagnose tarwegevoeligheid gesteld bij patiënten die soortgelijke symptomen vertonen als coeliakiepatiënten en mensen met tarweallergie, maar bij wie

kon worden uitgesloten.

Therapie van tarwegevoeligheid

Deskundigen bevelen aan dat mensen bij wie tarwegevoeligheid is vastgesteld, een glutenvrij dieet volgen. Dit komt omdat bepaalde ingrediënten in tarwe, de ATI's, waarschijnlijk de ontstekingsreactie van het lichaam veroorzaken. ATI's komen alleen voor in glutenbevattende granen. Een glutenvrij dieet, zoals een patiënt met coeliakie moet volgen, voorkomt dus ook de symptomen van tarwegevoeligheid. Studies hebben reeds aangetoond dat de getroffenen zich snel beter voelen op een glutenvrij dieet. Gluten komt voor in gedomesticeerde granen zoals tarwe, rogge en gerst.

De volgende pagina's horen bij dit artikel:

Wat is tarwegevoeligheid?