Wat is lactose-intolerantie?
Lactose-intolerantie (ook: lactose-intolerantie) is een voedselintolerantie voor de suiker lactose, die een bestanddeel is van onder andere melk en melkproducten.
Lactose-intolerantie is noch een ziekte, noch een allergie. De getroffenen hebben echter last van winderigheid, diarree en buikpijn na de inname van de suiker lactose. Deskundigen raden patiënten met lactose-intolerantie dan ook aan op te letten wat zij eten, maar ook om hun individuele tolerantiedrempel voor lactose steeds opnieuw zorgvuldig te testen.
Lactose-intolerantie is de meest voorkomende voedselintolerantie
Tussen 10 en 40 procent van de Duitsers lijdt aan lactose-intolerantie. In andere landen, bijvoorbeeld op het Afrikaanse continent, is het nog wijdverbreider. Wereldwijd wordt tot 70 procent van de mensen beschouwd als lactose-intolerant.
Eigenlijk is dit niet verwonderlijk, zoals deskundigen met betrekking tot het dierenrijk opmerken: geen enkel zoogdier consumeert melk na de eerste levensjaren. En zeker niet de melk van andere diersoorten, net zoals mensen koemelk of geitenmelk drinken. Melk op volwassen leeftijd is dus geen natuurlijk voedingsmiddel, zoals veel mensen denken.
Waarom hebben mensen lactase nodig?
Bijna alle baby's hebben in hun darmen een specifiek enzym dat in staat is de melksuiker lactose af te breken: lactase. Wanneer melk en zuivelproducten met de pap in de dunne darm terechtkomen, ontmoeten zij daar lactase-enzymen. Deze breken de melksuiker af in twee kleinere suikers, galactose en glucose. Het lichaam kan ze allebei verwerken.
Lactose-intolerantie is de norm, niet de uitzondering
De productie van lactase (=lactase) neemt af met toenemende leeftijd, hoewel de afname verschilt van persoon tot persoon. Afrikanen en Aziaten produceren op volwassen leeftijd gewoonlijk geen lactase meer, en daarom is lactose-intolerantie daar geen uitzondering maar regel. Bij de Europeanen verloopt de afname langzamer; pas vanaf de leeftijd van ongeveer 60 jaar lijden de meeste mensen in Europa aan lactose-intolerantie.
Want: Dat de meeste Duitsers ook na hun kinderjaren melk en zuivelproducten kunnen verdragen, is te danken aan een toevalligheid. Tot zo'n 7500 jaar geleden was de witte vloeistof onverdraaglijk voor alle volwassenen. Degenen die het gebruikten leden aan verschrikkelijke diarree. Toen veranderde de genetische samenstelling van sommige van onze voorouders, zodat hun lichaam op volwassen leeftijd nog lactase kon produceren.
Deze mutatie was zeer gunstig. De dragers ervan konden lactose metaboliseren en beschikten over een extra voedselbron in de vorm van dierenmelk, die hun niet alleen energie verschafte maar ook vitale voedingsstoffen en vitaminen. Voor degenen die lactose konden verdragen, werd het dieet veel gemakkelijker.
Dit was een duidelijk overlevingsvoordeel, vooral in de noordelijke landen.
Tot op de dag van vandaag zijn er onder mensen van Noord-Europese afkomst procentueel aanzienlijk meer mensen die lactose kunnen verdragen dan in zuidelijke landen. In Afrika en Azië zijn er bijna geen mensen die melk kunnen verdragen. Lactose-intolerantie is daar de regel.
Lactose-intolerantie is dus geen modeverschijnsel, maar een natuurlijk en zeer oud verschijnsel.
Meer informatie over lactose-intolerantie:
Symptomen van lactose-intolerantie